Heemkundegroep Arfgood Buurse

Opgericht 29 juni 2007

Oorlogsslachtoffers Buurse

EEN EIGEN OORLOGSMONUMENT

Buurse herdenkt en staat stil bij 8 slachtoffers

 

Vrede en Vrijheid zijn niet vanzelfsprekend. Niet voor niets herdenken wij jaarlijks op 4 mei alle mensen die hun leven hebben gegeven voor de vrijheid, waaronder de slachtoffers die gevallen zijn in de Tweede Wereldoorlog. En gelukkig staan we niet alleen op 4 mei stil bij deze slachtoffers. Voor de herdenking van oorlogsslachtoffers zijn monumenten van grote betekenis. In de gemeente Haaksbergen zijn meerdere monumenten opgericht, waardoor we de gelegenheid hebben om de slachtoffers te blijven herdenken. Sinds enkele weken is er ook een speciaal monument voor degenen die in Buurse woonden en die de Tweede Wereldoorlog niet hebben overleefd. Het monument vermeldt de namen van 8 oorlogsslachtoffers uit Buurse. Het is een prachtige manier hun namen te eren, want zoals een bekend Joods gezegde luidt: Echt dood ben je pas als je naam niet meer wordt genoemd. Bijzonder aan dit monument is dat alle mensen die in Buurse woonden en de oorlog niet overleefden hierop vermeld zijn. Het is het eerste Haaksbergse monument waar we stilstaan bij zowel Nederlandse als Duitse inwoners, in dit geval van Buurse.

In een grensgemeente als Haaksbergen met Buurse als een echt grensdorp zijn er natuurlijk familierelaties over en weer met de Duitse buren. Voor de Tweede Wereldoorlog was dit niet anders, maar waarschijnlijk werd er toen meer ‘over- en weer getrouwd’ en waren de contacten intensiever. De oorlog maakte van de groene grens een harde, verschrikkelijke grens. Aan beide zijden verscheen prikkeldraad met daartussen een strook niemandsland (Sperrzone). We werden door deze fysieke grens gescheiden en families werden verscheurd.

Degenen met de Duitse nationaliteit werden gedwongen om hun vaderland te dienen. Dat moet verschrikkelijk zijn geweest: buren en familieleden die ineens tot de vijand moesten worden gerekend…

Het monument is te vinden op een prachtige locatie in een bosrand aan de Broekheurnerweg, vanuit de r.-k. kerk komend richting Captain Jack en dan aan de linkerkant voorbij café Winkelman en erve Wolterink. Het is ontworpen door Ymke ter Beek en zij heeft hiermee aangetoond dat cortentstaal zeer goed bruikbaar is voor een herdenkingsmonument. Het monument bestaat uit twee delen: een plantenbak met zitelement, met op de voorkant de tekst “Buurse herdenkt en staat stil” en los hiervan op de grond een cirkel met in de rand de tekst: “Buurse herdenkt haar slachtoffers die vielen tijdens de Tweede Wereldoorlog” met in het midden van de cirkel de namen van de 8 slachtoffers en hun leeftijden. Op zondag 26 juni werd het monument tijdens een gedenkwaardige bijeenkomst door broer en zus Bernard ter Huurne en Dina Nabers-ter Huurne onthuld.  De slachtoffers uit Buurse zijn te verdelen in vier categorieën, namelijk militairen mei 1940 (3), slachtoffers arbeidseinsatz (2), verzet (1) en inwoners met Duitse nationaliteit oftewel Rijksduitsers (2). 

 

Militairen mei 1940

De oorlog in onze gemeente begon op 10 mei 1940 in Buurse… De eerste grensoverschrijding door Duitse groepen in Buurse vond plaats om 3:25 uur bij de grensovergang Alsteedseweg (Ter Huurne).  De soldaten van de Nederlandse grenswacht werden zonder bloedvergieten overrompeld. Elders in Nederland moesten plaatsgenoten als dienstplichtig soldaat, bij één van de verdedigingslinies of  vliegvelden rond ‘de residentie’, vechten voor hun leven om het vaderland te verdedigen. Voor hen werd het een ongelijke en hevige strijd tegen het veel grotere Duitse leger dat met modern oorlogsmaterieel was uitgerust. Zeven jonge Haaksbergenaren sneuvelden hierbij, waarvan vijf op de Grebbeberg. Het Maas-Waaskanaal en vliegveld Ypenburg waren de andere locaties waar elk een jongeman uit gemeente Haaksbergen het leven liet. Drie van de zeven kwamen uit Buurse. Dat dit qua verhouding veel is berust op toeval. Ze sneuvelden op drie verschillende locaties.

  1. Gerrit Willem (Willem) GLEIS

Geboren:        Buurse, 1 november 1919.    

Overleden:      Nijmegen, 15 mei 1940.

Leeftijd:          20 jaar.

Maas-Waalkanaal

Bij de strijd aan het Maas-Waalkanaal, tussen Nijmegen en Heumen, en de schermutselingen voordien, tussen de grens en het kanaal, waren zo’n 1500 Nederlandse militairen betrokken. Over het Maas Waalkanaal waren meerdere bruggen, die uiteindelijk allemaal zijn opgeblazen, op de hefbrug bij Heumen na. Het gevecht dat bij Heumen plaatsvond was het felste en langstdurende van alle gevechten in de totale Nederlandse voorverdediging. Bij Heumen raakte de boerenzoon Willem Gleis uit Buurse (geb. 1919) op de eerste oorlogsdag zwaar gewond. Hij overleed 15 mei in een ziekenhuis te Nijmegen. Willem ligt daar begraven op het Erehof van de gemeentelijke begraafplaats Vredehof. De ouders van Willem, Hendrik Gleis en Johanna Gerridina Klein Buursink,  hadden hun enige zoon en beoogd erfopvolger van erve Gleis, aan de huidige Porikweg 15, verloren.

  1. Jacob Koenraad (Jacob) KRIKKE

Geboren:        Losser, 19 maart 1911.

Overleden:      Rhenen, 13 mei 1940.

Leeftijd:          29 jaar.

De Grebbeberg

De meeste Nederlandse soldaten, een derde van het veldleger, verdedigden de Grebbelinie, die vanaf het IJsselmeer via Amersfoort en Veenendaal tot de Waal, ten zuiden van Rhenen liep. Er waren wel veel soldaten, maar de beoogde bunker en andere verdedigingswerken waren nog niet allemaal gereed. De kracht van de Grebbelinie schuilde in de inundatie (het opzettelijk onder water zetten), maar zelfs dat lukte niet. De Duitsers die al op de eerste dag in Wageningen aankwamen kregen geen natte voeten. Toch werd er hard gevochten aan de Grebbelinie en na eerst een aantal Duitse successen, leek de Nederlandse verdediging succes te hebben. Er volgde een bloedige strijd, die zich concentreerde rond de Grebbeberg.

Tijdens de slag om de Grebbeberg bij Rhenen, die begon op 11 mei, hield het Nederlandse leger de veel sterkere Duitse legermacht alsnog drie dagen tegen. Na hevige gevechten wisten de Duitsers op zaterdag 11 mei de voorpostenlijn in te nemen en op zondag 12 mei door de frontlijn te breken. Op 13 mei 1940 werd ook de Stoplijn (de laatste Nederlandse linie) doorbroken. De dagen 12 en 13 mei waren ware nachtmerries voor de Nederlandse soldaten. Continu bestookt door artillerievuur en bommenwerpers brak uiteindelijk het moreel van de Nederlandse verdediging.

In drie dagen vechten waren op de Grebbeberg bijna 400 Nederlandse militairen omgekomen en aan Duitse zijde sneuvelde iets meer dan 300 man.

Tot de gesneuvelden op de Grebbeberg behoorde Buursernaar Jakob Krikke. Hij had zich in 1937 als zelfstandig kapper vanuit Overdinkel in Buurse gevestigd. Hij en zijn vrouw Marie van Aarsen waren de ouders van Jan Krikke (1937). Jakob was tenorsaxofonist bij Crescendo en woonde met zijn gezin in de woning met het huidige adres Alsteedseweg 14. Hij ligt begraven op het Militair Ereveld De Grebbeberg in Rhenen.

  1. Johannes Antonius (Johan) WILMER

Geboren:        Buurse, 10 februari 1918.     

Overleden:      Ypenburg (Rijswijk), 10 mei 1940.    

Leeftijd:          22 jaar.

Vliegveld Ypenbug, onderdeel van de slag om Den Haag

Nederland kreeg op 10 mei 1940 de primeur van de eerste grote luchtlandingsaanval in de krijgshistorie. Parachutisten en luchtlandingstroepen landden onder meer op het Rijswijkse vliegveld Ypenburg om van daaruit door te stoten naar Den Haag. Hun doel was om Koningin Wilhelmina, de regering en de legerleiding  gevangen te nemen. Met de uitschakeling van deze hoogste leiding zou de oorlog binnen enkele uren afgelopen zijn. De operatie liep uit op een mislukking voor de Duitsers. Ondanks een hevig bombardement, voortdurende beschietingen door Duitse jachtvliegtuigen en grootschalige luchtlandingen, verweerde de Nederlandse verdediging van Ypenburg zich op zodanige wijze dat de veel beter getrainde en bewapende Duitsers er niet in slaagden om het vliegveld ter veroveren. In deze hel sneuvelde op de eerste oorlogsdag 10 mei boerenzoon Johan Wilmer van boerderij De Franke (nu Zendvelderweg 9). Johan, die voor de oorlog in een fabriek werkte, geldt als het eerste oorlogsslachtoffer uit de gemeente Haaksbergen. Hij vond zijn laatste rustplaats op begraafplaats Oud-Rijswijk in Rijswijk. Wilmer was soldaat bij het 3e Bataljon van het Regiment Grenadiers, dat sinds april 1940 het belangrijke vliegveld Ypenburg moest verdedigen. Johan Wilmer, zoon van Johannes Wilhelmus Wilmer en Gerharda Johanna Scholten, was trompettist bij de Muziekvereniging Crescendo. Ook zijn beide broers Hendrik, die mede-oprichter was, en Gerard waren lid van deze vereniging.

Arbeidseinsatz/gedeporteerde


 

  1. Gerhardus Stephanus (Gerard) ONLAND

Geboren:        Buurse, 26 december 1920.

Overleden:      Alstätte (D.), 18 mei 1944.    

Leeftijd:          23 jaar.

Omdat de Duitse mannen in het leger dienden, werden mannen uit de bezette gebieden als dwangarbeiders in Duitsland te werk gesteld. Wie dat niet deed, stelde zich aan vervolging bloot en moest onderduiken. Niet iedereen kon even gemakkelijk onderduiken. Om de Duitse Arbeidseinsatz te ontlopen gingen veel jongemannen uit Haaksbergen en Buurse werken op een boerderij in het Duitse grensgebied. Veelal dienden de boerenzonen als Wehrmachtsoldaat in het leger en was er op diverse boerderijen extra mankracht nodig. Had men het getroffen met de familie dan was dit werk natuurlijk beter dan werken als dwangarbeider in een fabriek of graven aan verdedigingslinies. Vrijwillig was het niet. Ook deze Nederlandse boerdenarbeiders stonden geregistreerd bij de Duitse autoriteiten. Gerard Onland, 5e kind en 3e zoon van Hermannus Johannes Onland en Berendina Klein Rot op erve Klein Rot (nu Haaksbergerweg 24), was één van hem. Hij vertrok 14 mei 1943 naar Wessum en staat onder het Ambt Wessum als Landw. Gehilfe bij de familie Garve geregistreerd. Gerard is een jaar later verongelukt bij de Haarmühle in Alstätte toen hij hier met de merrie van de boer naar de hengst moest. Gerard werd op het r.-k. kerkhof van Buurse begraven.


 

  1. Aart (Arie) van den BERG

Geboren:        Ede, 30 mei 1915.

Overleden:      Kdo. Sandbostel, Neuengamme (D.) 28 april 1945. 

Leeftijd:          29 jaar.

Aart van den Berg, die in Buurse Arie werd genoemd, is het voorbeeld van iemand die telkens op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was. Aart groeide op in een gezin met negen kinderen te Bennekom. Aard was geestelijk labiel en naarmate hij ouder werd zorgde dit voor meer problemen. Via de reclassering werd hij in september 1939 vanuit Losser overgeplaatst naar Buurse, waar hij inwonend boerenknecht werd bij de familie Ten Harkel. Deze familie woonde aan de noordkant van het Witte Veen in een boerderijtje aan de huidige Hegeveldweg 4. Hoe hij slachtoffer werd van de Razzia van Putten en uiteindelijk stierf in een Duits concentratiekamp is hier verder te lezen: https://www.facebook.com/groups/171140093245568/posts/1390157014677197

De familie van Aart leefde ruimde drie jaar in onzekerheid over het lot van hun zoon en broer. Pas in september 1948 kreeg de familie de gewenste duidelijkheid. Aart van den Berg kreeg uiteindelijk zijn laatste rustplaats op het Nationaal Ereveld Loenen.



 

Verzet/BS

  1. Lammert KORTEN

Geboren:         Ruurlo, 18 augustus 1913.    

Overleden:      Haaksbergen,  5 april 1945.  

Leeftijd:          31 jaar.

Lammert Korten, zoon van Fredrik Jan Korten en Geertrui Stoltenberg, groeide op in een groot gezin aan de Munsterdijk tussen Eibergen en Rietmolen. Na de lagere school ging hij eerst met zijn vader mee om te werken als textielarbeider in Eibergen, maar al snel verruilde hij de fabriek voor werken bij de boer. In de dertiger jaren verrichtte hij zijn militaire dienstplicht bij de Gele Rijders te Arnhem, het keurkorps van de artillerie. Als zodanig was hij ook in de meidagen van 1940 onder de wapenen. Maar als artillerist was hij niet betrokken bij de gevechten aan de frontlijn. Hij werd dan ook niet als krijgsgevangene afgevoerd naar Duitsland, maar al spoedig in Nederland gedemobiliseerd.

In mei 1937 kwam hij naar Buurse waar hij werk had gevonden als boerenknecht op het grote landbouwbedrijf van Van Heek. Hij woonde bij de familie Burgers op het Markslag; een boerderij die eigendom was van zijn baas en heden ten dage te vinden is aan de Markslagweg 9. Ook na zijn demobilisatie werkte hij bij Van Heek en dat hielp hem om vrijgesteld te worden voor Arbeidseinsatz. In Buurse kreeg hij ook verkering. Toen er na mei 1940 een nieuwe politieke beweging ontstond, de Nederlandse Unie, die door velen aanvankelijk werd gezien als een tegenwicht tegen de NSB, werd ook Lammert Korten daar lid van. Zijn verdiensten als verzetsman liggen in Haaksbergen-Buurse. Hij was in het bezit van een officiële legitimatie-kaart van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (N.B.S. of B.S.) van het district Twente. Eén van de taken van B.S. was de arrestatie en ontwapening van de laatste Duitse militairen en de arrestatie van NSB’ers. Op de dag van de bevrijding 1 april 1945 kwam de in Haaksbergen bekende verzetsman Lottering, eveneens groepscommandant van de B.S., in vuurcontact met Duitsers, die nog niet van plan waren, de strijd op te geven. Lottering overleed aan zijn verwondingen. Lammert Korten was lid van dezelfde B.S.-groep als Lottering en zou ook op 5 april deelnemen aan het militair eerbetoon, dat de leden van de B.S. aan hun dode kameraad wilden bewijzen op de Algemene Begraafplaats in Haaksbergen. Ze woonden in B.S.-uniform, compleet met stengun de plechtige uitvaartdienst in de kerk bij.

Na afloop van de plechtigheid gingen de leden van de B.S. naar Hotel Eijsink aan de Spoorstraat om wat te gebruiken. Toen men weer wilde opstappen, tikte Lammert onder het opstaan even met de achterkant van de stengun op de grond. Op dat tikje ging het geweer af en de kogel trof Lammert recht in het hart. Hij was op slag dood. Lammert werd in Eibergen op de Algemene Begraafplaats aan de Haaksbergerstraat begraven. Zijn naam staat net als die van Lottering op het Overijssels verzetsmonument in Markelo.


Rijks- of volksduiters 

Operatie Black Tulip

Niet voor iedereen betekende de bevrijding het einde van de ellende. Na de oorlog heersten er in Nederland nog jarenlang haatgevoelens tegen alles wat Duits was. Duitse producten werden niet gekocht en vanaf september 1946 werden in Nederland wonende Duitsers door de Nederlandse regering onder de codenaam Operatie Black Tulip massaal het land uitgezet, omdat zij ongewenste vreemdelingen zouden zijn. Het betrof 25.000 mensen, zonder aanzien des persoons. Duitse Nederlanders werden van hun bed gelicht, in kampen opgesloten en daarna naar Duitsland overgebracht. De Nederlandse overheid confisqueerde bovendien hun bezittingen. Het onderscheid tussen goed en fout was men vergeten. Het betrof hier ook Duitsers die al tientallen jaren in Nederland woonden, getrouwd waren met Nederlandse vrouwen en kinderen hadden, waarvan sommigen in de oorlog ook (Joodse) onderduikers in huis hadden.

Het beleid van de Nederlandse regering was kenmerkend voor de sfeer die in de eerste jaren na de oorlog in ons land heerste tussen de Nederlanders en de Duitsers. Van enige nuancering was geen sprake; de Duitsers waren fout, de Nederlanders, uitgezonderd de NSB’ers, waren goed. Het zou jaren duren voordat de verhoudingen enigszins hersteld waren.

Aan het begin van de oorlog woonden er diverse Rijks- of volksduitsers in de gemeente Haaksbergen.  Velen van hen waren zelfstandig ondernemer, bijvoorbeeld schoen- of meubelmaker, of waren naar Haaksbergen gekomen voor werk of zelfs als vluchteling voor het regime. Vooral de in 1930 gestarte Kabelfabriek vroeg gespecialiseerd technisch personeel. Om verschillende redenen hadden deze mensen in 1940 nog geen Nederlandse nationaliteit. Ten eerste kostte het geld, maar er zijn ook gevallen bekend waarbij de aanvraag werd geweigerd. Toen Hitler in 1943 de “Totale Krieg” afkondigde, werden alle Rijksduitsers in Nederland in actieve Duitse militaire dienst opgeroepen. Velen deden al het mogelijke om hier onderuit te komen. Hoewel dit de eerste jaren meestal nog lukte met een Ausweis (werkvergunning) konden de mannen er vanaf 1943 niet meer onderuit. Bij onderduik of desertie zou hun familie door de Duitse autoriteiten worden lastiggevallen.


  1. Johannes Hermann (Johann) HIMMELBERG

Geboren:        Stadtlohn, 23 juni 1907.        

Overleden:      Randwijk, 28 september 1944.

Leeftijd:          37 jaar.

Johan Himmelberg vestigde zich in 1928 in Buurse als zelfstandig schoenmaker. Hij huwde in 1935 met kasteleinsdochter Marie Winkelman uit Buurse en betrok met haar de woning met het huidige adres Alsteedseweg 10. Uit het huwelijk werden twee kinderen geboren. De eerste kwam levenloos ter wereld, maar ook de tweede, een zoon, bleek niet levensvatbaar en overleed na een week. Na deze verdrietige tijd brak de oorlog uit. Ook Himmelberg moest uiteindelijk dienen in de Wehrmacht.  Aanvankelijk was hij vermist, maar in 1950 kwam er duidelijkheid over zijn lot. Hij was in september 1944 bij de Slag om Arnhem gesneuveld in Randwijk (Overbetuwe). Zijn stoffelijke resten zijn nooit gevonden.


  1. Anton OLBERING

Geboren:        Lünten, 1 oktober 1908.

Overleden:      Odessa (Oekraïne), 3 maart 1947 (krijgsgevangene van de Sovjet-Unie).

Leeftijd:          38 jaar.

In 1936 huwde Anton Olbering alias Buddenborgs Anton met Anna Liesbrock. Beiden zijn geboren in Lünten. Zij gingen wonen op een boerderij aan de Nederlandse kant van de grens. Deze boerderij aan de Zendvelderweg, waar nu loonbedrijf Schröer is gevestigd, was eigendom van boer Sendfeld, die verderop aan de Duitse kant woonde. Anton was timmerman en werkte in een timmerwerkplaats in Ahaus, maar hij had ook in Buurse meerdere klanten. In de oogsttijd moest hij bij zijn pachtbaas bijspringen en dan kwamen de eigen werkzaamheden van Anton op de tweede plaats. Anton en Anna wilden absoluut in Buurse integreren. Als de oorlog er niet was geweest waren ze zeker Buursenaar gebleven. Het echtpaar kreeg vier kinderen, een dochter en drie zonen.

Antons baas heeft hem zolang mogelijk als onmisbare werkkracht vrij kunnen houden voor de Wehrmacht, maar ook voor hem was dit na 1943 niet meer mogelijk. Een buurman gaf hem nog de kans om onder te duiken, maar hij deed het uiteindelijk niet omdat hij de gevolgen voor vrouw en kinderen niet kon overzien. Hij werd uiteindelijk naar het Oostfront gezonden. In maart 1947, ruim na het einde van de oorlog, is Anton als krijgsgevangene van de Sovjets in een kamp in Odessa gestorven. Een kameraad uit Ahaus die constant bij Anton is geweest, had de verschrikkingen wel overleefd en kon dit allemaal aan de familie vertellen. De kans was anders groot geweest dat Anton als vermist zou zijn opgegeven.

Direct na de oorlog moest Anna Olbering, vanwege ‘operatie Black Tulip’, met haar kinderen het huis verlaten. De boerderij was eigendom geworden van de Staat der Nederlanden. Het gezin Olbering zou worden ondergebracht in een kamp bij Hengelo, maar Anna en haar kinderen vluchtten met hulp van familie naar Lünten.


Bronnen:

Diverse, onder meer:

-Gegevens militairen, Ministerie van Defensie;

-Overlijdensakten;

-Brongers, E.H., De slag om Ypenburg mei 1940 (Rijswijk 2000)

-Brongers, E.H., Grebbelinie 1940 (Soesterberg 2002)

-Cornelissen, C.B., Storm uit het noorden; Mobilisatie en Duitse inval in Twente 1939-1940 (Enschede 1985)

-Goossens, A.M.A, De strijd aan het Maas-Waalkanaal mei 1940 (Soesterberg 2016)

-Kamphuis, Bernard, “Daar waar ik geboren ben”; Historische verhalen opgetekend door

Bernard Kamphuis (Almere 2013)

-Leeuw, J.W. de, Gevallen voor Nederland; Nederlandse gesneuvelden in de meidagen 1940 (Soesterberg 2012)

-Wesselink, E.H., Kom vanavond met verhalen; Eibergen in oorlogstijd Deel 3; hoe de oorlog is verdwenen (Eibergen 1995)

-Wilmer, Fien ter Huerne-,  Pietepoetsekske; Een stadse boerin (Enschede 2002)

 

 

 

 

 

                                          Aanklacht tegen een Oorlog

    

      op zijn Twents;                                    op Düüts plat;

 Neumt spul zoas gewone leu denkt          Nöömt `t Spil bi`n rechten Namen

 Doarum neumt nich                                schwieg  

     van`n “heiligen oorlog”                          van”heiligen Krieg”

     van`n “glorieuze oaverwinning”              van “glorreichen Sieg”

zwiege                                                   schwieg

     van “heldendom”                                    van “Heldentum”

     van “slachtveldroem”                              van “Schlachtenruhm”

zwiege                                                    schwieg

     van “glorieuze legers”                               van “siegreiche Heere”

     van “ereveld”                                           van “Feld der Ehre”

zwiege                                                    schwieg

     van “heilig vaderland”                               van “heilig Vaterland”

     van “militaire ridderorde”                          van “Helden-Orden am Band”

        Gebroek vestaand;                                    Bruk Vestand ;

Oorlog                                                    Krieg

      is nich van God                                      is nich van Gott

      is tegen zien Gebod                                is teggen zien Gebott

Oorlog                                                    Krieg

      is `t grote kwoad                                    is groote Quaod

      is `n duuvels doad                                  is Düüwel-Daod

      haat wödt normaal                                 Hasss wött tücht

      leavens kepot maakt                               Leewde venicht

      oe eigen telt nich meer                           Dien Eegen tällt nicht mehr

      nich lieke, nich vrouwleu-eer                   nich rech, nich Froulööehr

Oorlog                                                    Krieg

     verwöst laand, hoes en good                    verwöst Land, Hus en Good

     tret bleuiend leaven dood                         trätt blöujend Lääwen dood

     mek wezen en weduwvrouwen-                mäk Wäisen un Weddefroun-

     en nums ku`j noch vetrouwn                   und nüm`s kaans mehr truuen

Oorlog                                                    Krieg

     breg armood en zeektes                          brägg Armood un Sucht

     breg kröppel en vlucht                            brägg kröppel un Flucht

     honger,ellende en nood                           Schmach, Elend un Nood

     een meer van troanen en blood               `n Meer van Träönen un Blood

Oorlog                                                    Krieg

     is nich “zo God het wil”                           is nich “so Gott will”

    Oorlog is een düvelsspul                          is`n Düüwelsspill

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Facebook

Copyright © 2016. Heemkundegroep Arfgood Buurse.

We use cookies to improve our website and your experience when using it. Cookies used for the essential operation of this site have already been set. To find out more about the cookies we use and how to delete them, see our privacy policy.

  I accept cookies from this site.
EU Cookie Directive Module Information